Eduard van Messel
Geboren: 12 juni 1884, Goor
Laatste adres: Wassenberghstraat 8a, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 3/5 oktober 1942
Vermoord: 22 oktober 1942, Auschwitz
Eduard is de jongste van drie broers, de kinderen van Mozes van Messel en Jude Polak. De oudste, Gompert, wordt maar zeven maanden, de tweede, Israël, eindigt zijn loopbaan als onderwijzer in Amsterdam. Eduard is van 1907 tot 1911 in opleiding tot slachter in Leer (Dld) en verlooft zich daar in oktober 1911 met verkoopster Berta Hess uit Weener. Eduard en Berta trouwen in Weener, op 26 december 1911 voor de burgerlijke stand en een dag later volgens de Joodse rituelen. Eind december 1911 vertrekken ze naar Eschwege (bij Kassel), waar Eduard gaat werken in de slagerij van Berta’s oom Theodor Mayer. Op 22 januari 1914 wordt een dochter Ilse geboren. In 1920 wordt een tweede dochter geboren, Margot, die maar een jaar oud wordt.
Ilse komt als eerste van het gezin naar Nederland. Op 15 september 1933 wordt ze dienstbode in Amsterdam en in juni 1934 vertrekt ze naar Groningen. Maart 1936 gaat ze voor drie maanden terug naar haar ouders in Eschwege. Op 29 juni 1936 trouwt ze in Weener met likeurstoker Samuel (‘Sally’) Palm (Coevorden, 1905). Een dag later schrijft het paar zich in Groningen in, op het adres Wassenberghstraat 4 en krijgt op 31 maart 1939 een zoon Eduard.
Eduard (Sr.) van Messel en Berta Hess volgen hun dochter begin 1937. Na eerst bij hun dochter ingewoond te hebben krijgen ze een eigen woning aan Wassenberghstraat 8a. Bij de grote razzia (3 tot 5 oktober 1942) wordt Eduard van Messel naar Westerbork overgebracht. Met het transport van 19 oktober 1942 wordt hij naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 22 oktober wordt omgebracht.
Berta Hess en het gezin Palm – van Messel overleven de oorlog.