Jozef Gerzon
Geboren: 4 april 1857, Nieuweschans
Laatste adres: Westersingel 40, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 27 mei 1943
Vermoord: 12 januari 1945, Bergen-Belsen
Jozef Gerzon wordt op 4 april 1857 geboren in Nieuweschans als eerste van de twaalf kinderen van Juda Mozes Gerzon en Saartje Schaap.
Jozefs vader is vleeshouwer. Hij heeft vanaf 1858 een slagerij aan de Oude Ebbingestraat. Na zijn dood in 1878 wordt het bedrijf door zijn vrouw voortgezet als Firma Weduwe Gerzon. Later krijgen Jozef (directeur) en zijn broer Mozes de leiding van het bedrijf en wordt het in 1892 gevestigd in een aantal panden aan het toen nog ongedempte Boterdiep.
Ze specialiseren zich in het conserveren van vlees.
De ‘N.V. Gerzon’s Vleeschconservenfabriek’ (1910) is een succesvolle onderneming met op het hoogtepunt 77 werknemers.
Jozef trouwt op 16 december 1888 in Groningen met Rebecca (Betty) Hildesheim. Haar familie heeft een bakkerij in de Folkingestraat. Ze krijgen vijf kinderen: Julius (1889), Mietje Mirjam (1891), Sara (1892), Izaak Philip (1894) en Maurits Jozef (1895).
Jozef en Rebekka zijn actieve zionisten, maar ze blijven in Nederland, in tegenstelling tot hun kinderen later.
Vanaf 1 januari 1921 wonen Jozef en Rebekka aan de Westersingel 32, het huidige nummer 40. Soms met enkele kinderen en kleinkinderen.
In 1930, Jozef is dan al in de zeventig, sluit de ‘N.V. Gerzon’s Vleeschconservenfabriek’ als gevolg van de economische crisis.
Jozef Gerzon is maatschappelijk geëngageerd; hij zet zich in voor het oprichten van bejaardentehuizen. Wegens zijn werk als voorzitter van de ‘Vereniging Beth Zekenim, Inrichting voor Israëlitische ouden van dagen’, wordt hij in I933 door Koningin Wilhelmina benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Op 23 april 1934 overlijdt Rebekka, ze is dan 72 jaar oud.
Op 8 februari 1938 komt Susanna van Messel ook op het adres Westersingel 40 wonen. Ze werkt vermoedelijk als huishoudster voor Jozef.
Jozef is op 27 mei 1943 weggevoerd naar Westerbork (barak 61). Op 11 januari 1944 wordt hij gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Hij overlijdt op 12 januari 1945. Hij is dan 87 jaar oud.
Jozef is in Bergen-Belsen met zijn oudste zoon Jules en echtgenote Dean en hun twee dochters Betty en Mirjam. Zij overleven. Op 8 juli 1945, in haar eerste brief naar de familie na hun terugkomst naar Nederland, schrijft Dean het volgende over het overlijden van Jozef Gerzon: “Vader stierf op 12 januari 1945 vanwege fysieke aftakeling… in vreselijke omstandigheden, in het donkere stinkende gat dat barak wordt genoemd, vervuild en krioelend met luizen. Het was voor ons een harde slag. De onvergetelijke indruk toen ze ons kwamen vertellen dat zijn leven over was. Het leven in Bergen-Belsen was een continu gevecht voor ons eigen leven; we moesten de kraan van onze emoties afsluiten, anders hadden we niet overleefd.”
De kinderen van Jozef Gerson overleven allen de oorlog. Zij wonen verspreid over de hele wereld.
Susanna van Messel
Geboren: 18 juli 1873, Leeuwarden
Laatste adres: Westersingel 40, Groningen
Weggevoerd naar Westerbork: 11 mei 1943 (barak 62)
Vermoord: 23 juli 1943, Sobibor
Susanna van Messel wordt op 18 juli 1873 geboren in Leeuwarden als tweede kind van Samuel van Messel en Jeanette Schaap. Ze heeft een één jaar oudere broer, Jacob.
Haar vader overlijdt in Amsterdam op 10 juni 1873, nog voor haar geboorte. Haar moeder hertrouwt in 1876 met Simon Meijer uit Oudewater en krijgt met hem nog vijf kinderen.
Na het overlijden van haar stiefvader in 1913 verhuist Susanna in augustus 1914 samen met haar moeder en halfzus Sara naar Gouda, waar ook haar halfzus Mietje met haar man woont. In of na 1930 gaat Susanna bij haar broer Jacob wonen in Rotterdam.
In maart 1932 gaat ze naar Amsterdam, waar ze in de Den Textstraat 8a woont bij weduwnaar Meijer Poppers, mogelijk als huishoudster. In december 1934 komt ze terug bij haar broer aan de Provenierssingel 29b in Rotterdam.
Eind december 1936 verhuist ze naar Utrecht, waar ze aan de Stadhouderslaan 8 gaat wonen bij mevrouw H. Gast-Gerzon.
Vanaf 8 februari 1938 woont Susanna op de Westersingel 32 (huidige nr.40) in Groningen in bij weduwnaar Jozef Gerzon, de broer van de inmiddels overleden mevrouw Gast-Gerzon.
Susanna moet in 1943 van Groningen naar de Muiderschans 29 in Amsterdam. Op 11 mei 1943 wordt ze weggevoerd naar Westerbork en vervolgens op 20 juli gedeporteerd naar Sobibor, waar ze op 23 juli 1943 wordt vermoord.
Zij is dan 70 jaar oud.
De gemeente schrijft haar uit op het adres Westersingel 40 op 30 augustus 1946 als zijnde verhuisd, onbekend waarheen.